Textiel is een veelvoorkomend materiaal dat voor veel producten gebruikt wordt. Het zijn verschillende soorten stoffen die bestaan uit natuurlijke en/of synthetische vezels. Zo wordt het gebruikt voor kleding, huishoudtextiel, stoffering, beddengoed, tassen en nog veel meer.
De geschiedenis van textiel gaat duizenden jaren terug. Vaak werden vezels toen uit natuurlijke bronnen gewonnen zoals katoen, wol en zijde. Dit werd vervolgens met de hand gesponnen tot garen en vervolgens geweven of gebreid tot een stof. Dit proces veranderen in de loop van de tijd en machines namen dit ambachtelijke werk over.
Gebruik van textiel
Tegenwoordig worden naast natuurlijke vezels ook synthetische vezels veel gebruikt in de textielindustrie. Synthetische vezels zoals polyester, nylon en acryl worden gemaakt doormiddel van chemische processen. Doordat deze vezels onder andere als eigenschap hebben dat ze sterk en elastisch en kreukbestendig zijn, worden ze gebruikt voor veel toepassingen.
Er worden tegenwoordig ook nog steeds veel natuurlijke vezels gebruikt. Dit is duurzamer maar het materiaal is vaak ook zacht en comfortabel. Zoals katoen, dat vaak voor kleding wordt gebruikt. De textielindustrie produceert enorm veel. Textiel kan ook worden geverfd, bedrukt, geborduurd en gemanipuleerd om verschillende texturen, patronen en functies te creëren.

Grote impact op het milieu
De textielindustrie heeft een grote impact op de economie en het milieu. Het produceren van textiel omvat vaak complexe processen zoals het verven en afwerken van stoffen waarvoor veel water, energie en chemicaliën nodig zijn. Afvalwater en chemicaliën die vrijkomen bij de productie kunnen schadelijk zijn voor het milieu. Het doel van de textielindustrie is dan ook om duurzamere methoden en materialen te ontwikkelen, zoals het gebruik van biologisch afbreekbare vezels en het verminderen van het water- en energieverbruik bij de productie.